Ieder mens in de samenleving heeft risico om een infectie op te lopen. Maar sommige mensen hebben een verhoogd risico om ziek te worden door een micro-organisme, zoals een virus, dat het lichaam is binnengedrongen. De huidige pandemie schetst hier een goed beeld van: patiënten die onderliggende ziekten hebben, zorgverleners, maar ook bijvoorbeeld mensen die naar hoog risico gebieden zijn gereisd hebben een verhoogd risico besmet te raken. Dit geldt niet alleen voor SARS-CoV-2, maar ook voor vele andere virusinfecties. Laura Doornekamp bestudeert in haar proefschrift hoe virusinfecties voorkomen kunnen worden in drie belangrijke risicogroepen, namelijk patiënten met een verminderde afweer, gezondheidswerkers en reizigers. Uit de nationale studie die zij onder reizigers verrichtte blijkt dat zowel de bescherming voor hepatitis A als voor mazelen suboptimaal is en dat kinderen in het bijzonder vaak immuniteit lijken te missen. Uit de studies die onder gezondheidswerkers zijn gedaan komt naar voren dat het overgrote deel van de geneeskundestudenten na een standaard hepatitis B vaccinatie serie goed beschermd zijn (en dat langdurig blijven) en dat laboratoriummedewerkers die met rabiës virus werken ook hun bescherming na vaccinatie zouden kunnen vervolgen middels een vingerprik. Patiënten met een verminderde afweer lopen wellicht niet meer risico om een infectie op te lopen, maar kunnen wel ernstiger ziek worden indien ze een virus tegenkomen. Echter, omdat hun immuunsysteem minder goed werkt, is het vaak de vraag of vaccinaties hun werk wel goed kunnen doen. In een van de studies uit Doornekamp haar proefschrift is aangetoond dat de griepvaccinatie bij patiënten met de ziekte van Crohn die een nieuw medicijn gebruiken (ustekinumab) het in ieder geval goed doet. Tot slot is gekeken naar factoren die kunnen bijdragen aan een betere bescherming voor patiënten. Het blijkt dat educatie een belangrijke rol speelt en dat het advies van een behandelaar zwaar weegt in vaccinatie keuzes. Dit is ook het geval voor andere risicogroepen, de vaccinatiegraad blijkt meer afhankelijk te zijn van attitudes en sociale factoren dan van de kennis over het vaccin en de ziekte die het moet voorkomen. Al bij al draagt dit proefschrift in een brede zin bij aan bewustwording van de suboptimale bescherming van risicogroepen en oppert het mogelijkheden om deze te verbeteren.