Een nieuw wapen tegen Tuberculose : verhalen van een student geneeskunde in de VS.

10 mei 2013, Baltimore

Het is steeds mijn opvatting geweest dat je alleen kan bewijzen dat iets écht belangrijk voor je is, als je bereid bent om er concreet wat voor te doen. Zo zou een nier afstaan om een geliefde te redden bewijs kunnen zijn van naastenliefde, terwijl een 2 euro donatie voor Afrika – en je weet best dat je meer kan missen – allesbehalve je oprechte medeleven bewijst. Eenzelfde vergelijking gaat op voor studeren: je kan niet volhouden een passie te hebben voor interne geneeskunde als je steeds je leerwerk afraffelt om veel te kunnen feesten en drinken. Je mag dan zelf weten wat je doet met je tijd, maar dit betekent ook dat de keuzes die je maakt aangeven waar je prioriteiten liggen.
Omdat ik heb oprecht interesse heb in infectieziekten besloot ik vorig jaar naar een beurs te dingen die het mogelijk zou maken m’n keuzeonderzoek aan het Johns Hopkins te doen. De markt voor internist-infectiologen is namelijk niet geweldig groot in Nederland, dus wie zich profileert vergroot z’n kans op een opleidingsplaats. De strijd om een beurs werd gelukkig een succes; terwijl ik dit schrijf zit ik in de ‘chill zone’, op de 9e verdieping van het appartementencomplex in Baltimore, waar ik nu zo’n 4 weken woon.
Voelt de VS al als een nieuw thuis? Nee, dat cliché zal ik niet van stal halen. De stad heeft geen persoonlijkheid, de straten zijn vies, er zijn veel drugs- en geweldsdelicten en veel van het gezonde eten is akelig duur. Typisch Amerikaanse kenmerken zijn er wel: de reuzenbroodjes, –koekjes en –cola’s (met automaten pal naast de uitgang van de sportschool), kingsize auto’s en dito koelkasten zijn symbolen van verspilling en overbodigheid.

DSCN1981

Maar laat ik eens over het onderzoek vertellen, daar ben ik hier tenslotte voor. Eigenlijk is het “off-topic”, want het gaat niet om een virale maar een bacteriële infectieziekte: tuberculose (TB). Wat je moet weten is dat Mycobacterium tuberculosis (M. tb) een buitengewoon traag groeiend organisme is. Terwijl een gewone darmbacterie als E. coli 20 minuten nodig heeft om te delen, heeft M. tb voor hetzelfde proces zo’n 30 uur nodig. Dit betekent onder andere dat de ontwikkeling van nieuwe antibiotica erg veel tijd in beslag neemt, want de kweken die bij de proefdieren worden afgenomen moeten wekenlang groeien voordat het effect van de interventie te beoordelen is. Dat is een van de problemen die we proberen op te lossen met het onderzoek: er bestaat namelijk de mogelijkheid om met behulp van PET-scanning de ziekteactiviteit (en dus de respons op therapie, en mogelijk ook recidief ziekte) in “real life” te meten. Het probleem is dat de meest gebruikte PET-scanning biomarker (18[F]-FDG, een soort glucose) niet ziekte-specifiek is; elke metabool actieve cel neemt – in bepaalde mate – glucose op. De uitdaging van dit project is daarom om een biomarker te ontwikkelen die specifiek door TB-gerelateerde macrofagen wordt opgenomen. Op die manier licht specifiek de activiteit van het infectieuze proces op, en omdat dit direct gebeurt hoeft niet wekenlang op elke kweek gewacht te worden. Gezien het probleem van (extreem) resistente TB-bacteriën (MDR-TB en XDR-TB) is de grote versnelling van antibiotica ontwikkeling zeer wenselijk.

Een ander aspect van het onderzoek dat me zeer aanspreekt, is dat het aantal benodigde proefdieren voor toekomstige onderzoeken drastisch beperkt kan worden. Wanneer we namelijk de respons op antibiotica in de proefdieren op verschillende tijdpunten willen weten, zijn we nu helaas genoodzaakt tijdens elk van die tijdpunten dieren op te offeren, omdat de organen onderzocht moeten worden op ziekteactiviteit.

DSCN1980

Wanneer je echter de dieren scant in plaats van ontleedt, kun je hetzelfde dier gedurende de hele onderzoeksperiode blijven gebruiken, zodat veel minder dieren hoeven te sterven. We zijn altijd afhankelijk geweest van dieren om te (over)leven – om het land te bewerken, voor de jacht, als voedsel en nu voor proefdieronderzoek – dus het minste dat we kunnen doen is de dieren zo veel mogelijk besparen.
Tot zover deze introductie. Gedurende mijn tijd hier – tot en met 30 september – zal ik proberen interessante updates te delen via Viruskenner. Ik ben benieuwd wat de grote plannen waard zullen zijn.

Jeroen Peper, vierdejaars geneeskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.