LEERMATERIAAL

Waar komen virussen vandaan?

Virussen in beweging

Dit heeft alles te maken met de transmissieroute van een virus. Om zichzelf te verspreiden, moet een virus van het ene dier of persoon naar het volgende reizen. Elk type virus heeft zijn eigen manier van reizen: een transmissieroute. Griep reist bijvoorbeeld door de lucht, waardoor het heel gemakkelijk te verspreiden is. Wanneer je griep hebt en hoest, verspreid je het virus overal om je heen. HIV wordt daarentegen door bloed overgedragen, dus je moet in zeer specifieke omstandigheden zijn om het te krijgen. Door seksuele interactie of een geïnfecteerde naald bijvoorbeeld. Knokkelkoorts of malaria kan alleen worden overgedragen door specifieke soorten muggen, die vooral in de tropen voorkomen.

Transmissieroutes

Omdat elk virus een specifieke transmissieroute heeft, bepaalt dit hoe het zich kan verspreiden. Er zijn vijf hoofdtransmissieroutes: lucht, water- en voedsel, bloed en seksueel, muggen, knaagdieren. Lees meer over elke route in de andere Viruskenner-items.