Een nieuw wapen tegen TB: verhalen van een student geneeskunde in de VS.

04 juli 2013, Baltimore

Vandaag is het 237 jaar geleden dat de Verenigde Staten onafhankelijk werden verklaard van Groot-Brittannië, en ondanks dat dit een feestdag is in de VS (traditioneel met groots vuurwerk, zie foto) heb ik besloten het rustig aan te doen. Een feestbeest ben ik nooit geweest, maar ik ben ook niet ‘verslaafd’ aan gezelligheid, of aan pleziertjes: iets wat ik wel veel om me heen zie. Je móét bijna naar de afdelingsborrels, of mee naar het stamcafé van je maten, en je moet zeker zo veel mogelijk citytrips doen, ‘nu je toch in de VS bent’. Ik heb gewoon geen zin in dingen waarin ik normaal ook geen zin heb, en de Amerikaanse cultuur is geen uitzondering. Als je normaal niks hebt met het circus, maar volgende maand komt het circus naar jouw stad, moet je dan ook opeens kaartjes gaan kopen, alleen omdat het toevallig in de buurt is? En is het werkelijk logisch om allemaal op dezelfde manier lol te ‘moeten’ hebben? Om kort te gaan: ik doe vandaag m’n eigen zin en dat lijkt me zeer redelijk.

Wat betreft de perikelen binnen m’n onderzoek, waar ik de vorige keer over schreef: kort gezegd is het nog niet opgelost, maar de oplossing lijkt binnen handbereik. Omdat nog niks zeker is kan ik er niet veel over zeggen, maar geloof maar dat ik weer even ontstresst ben. Verder doe ik gewoon wat ik hoor te doen; de laatste tijd ben ik bijvoorbeeld veel betrokken geweest bij het imaging-deel van de studie (zie foto met de imaging ruimte), en het bewerken van de imaging-data. De scans die we maken – PET, SPECT en CT – moeten namelijk gereconstrueerd worden voordat we ze kunnen analyseren, wat we doen met de computerprogramma’s Amira en Amide. Om jullie een idee te geven heb ik twee screenshots van de programma’s hierbij gevoegd: de foto met de CT-scans is Amide en andere – met de gekleurde fruitvlieghersenen, die eigenlijk uit de tutorial van het programma komt – is Amira. Ook ben ik veel bezig geweest in het BSL-3 lab – waar je een soort ruimtepak draagt – maar daar heb ik geen foto van, omdat je wegens besmettingsgevaar niks uit het BSL-3 lab mee terug kan nemen.

Uiteraard heb ik ook weer lezingen bijgewoond en deze keer ga ik praten over twee dingen: eerst over vaccins en daarna over de rol van alcohol bij de diagnostiek van een door Mycobacterium ulcerans veroorzaakte huidinfectie.

Het BCG-vaccin is een vaccin dat wordt gegeven aan baby’s (< 12 weken) en kinderen in gebieden waar veel tuberculose (TB) voorkomt. Het wordt eigenlijk gemaakt met behulp van Mycobacterium bovis, de bacterie die TB in runderen veroorzaakt, en hoewel het in het algemeen een vrij slecht vaccin is verlaagt het bij kinderen wel het risico op gedissemineerde TB (bloedbaan infectie) en TB-meningitis (hersenvliesontsteking) met 52–100%. Vaccinatie is belangrijk, omdat met name de diagnose TB-meningitis bij kinderen moeilijk is: ze hebben namelijk veel non-specifieke symptomen en de Kernig-test is niet mogelijk, omdat kinderen daar nog te weinig spiermassa voor hebben. De roep om een beter vaccin was dus groot, en daarom zijn recentelijk ook onderzoeken gedaan met het zogeheten PknD-vaccin, een vaccin dat zorgt voor de productie van TB-specifieke IgG-antistoffen. Wat bleek: na het testen van zowel het BCG- als het PknD-vaccin bleek dat alleen het PknD-vaccin invasie van de TB-bacterie in endotheelcellen in de hersenen voorkomt. Dit was uitstekend nieuws, want endotheelcellen vormen de zogenaamde bloed-hersen-barrière, wat onze belangrijkste verdediging is tegen het ontstaan van TB-meningitis. Een nadeel van het onderzoek was wel dat er niet gekeken is naar het effect van het PknD-vaccin op de preventie van andere vormen van extrapulmonale (buiten de longen voorkomende) tuberculose. Echter, voorlopig mogen we tevreden zijn met deze ontwikkeling.

Dan mijn tweede nieuwsitem over alcohol en Mycobacterium ulcerans (M. ulcerans). Zoals gezegd veroorzaakt M. ulcerans een huidinfectie. Het is alleen niet zomaar een huidinfectie, maar een infectie die kan leiden tot oedeemvorming en in ergere gevallen tot een Buruli ulcer (zie foto) die zich over het hele ledemaat kan uitbreiden. Een probleem is echter dat het klinisch niet mogelijk is om de M. ulcerans infectie te onderscheiden van andere huidinfecties, maar daar lijkt een oplossing voor te komen. We weten namelijk dat M. ulcerans een macrolide-achtige toxine met de naam mycolactone produceert: een stofje dat ons immuunsysteem onderdrukt en min of meer uniek is voor M. ulcerans. Dat betekent dus dat het onderscheid met andere huidinfecties wel mogelijk zal zijn, en dit wordt extra makkelijk gemaakt door het feit dat alcohol in staat blijkt te zijn om mycolactone lang in het weefselmonster te behouden (minstens 2 weken). Nu we dit weten zal de diagnose van de M. ulcerans infectie veel sneller gesteld kunnen worden, omdat het meten van de toxine veel sneller (in dagen) de uitslag oplevert dan een bacteriekweek (wat weken duurt). Alcohol komt voor de verandering dus eens goed in het nieuws.

Enfin, dat was het even voor nu. Ik ga kijken of ik nog wat van het vuurwerk kan zien, en over een paar weken zal ik Viruskenner meer nieuws over mycobacteriën brengen.

Jeroen Peper, vierdejaars geneeskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

 

Ci3R-Imaging-ruimte Buruli-ulcer-M.-ulcerans

Amira-Fruitvliegje-hersenen-Surface-Reconstruction-3D

 

Amide-CT-reconstructie

 

 

 

Vuurwerk-Washington-Monument-04-Juli-1986