Een nieuw wapen tegen TB: verhalen van een student geneeskunde in de VS.

Baltimore Terwijl ruim de helft van mijn tijd in de VS er inmiddels op zit gaan de resterende weken snel voorbij. De maandagochtend stelt altijd weer teleur, maar ‘even later’ is het alweer woensdagavond. Voor velen herkenbaar, zou ik me kunnen voorstellen. Maar genoeg gekeuveld: vandaag zal ik een minder wetenschappelijk verhaal schrijven dan normaal, omdat ik enerzijds minder lezingen heb kunnen bijwonen en anderzijds omdat ik ook weleens ander nieuws heb.

Zo is er bijvoorbeeld het geval van de persistente ‘housing director’, de dame die hier het appartementencomplex runt. Als ik haar zou moeten omschrijven zou ik gaan voor een kruising tussen Margareth Thatcher en de vertolking van Dolores Umbridge in de Harry Potter films: een gezette, streng ogende vrouw die met ijzeren vuist over de studentenhuisvesting regeert. Op een gegeven moment kreeg ik mailtjes van haar: ze kon geen geld meer van mijn creditcard afschrijven, of ik even wilde komen uitleggen hoe dat zat. Ikzelf was verbaasder dan zij, want ik had alle rekeningen gewoon betaald en alles ook al teruggeboekt op de kaart. Ik gaf daarom maar het advies het later nog eens te proberen, dan hoefde ik tenminste ook niet de deur uit. De volgende dag lukte het echter nog niet: nu moest ik echt naar het kantoor komen. Ondanks dat ik helemaal niks zou kunnen verklaren, of ik nou in haar kantoor was of niet, ben ik maar gegaan. Wat bleek: ze vulde steeds de verkeerde einddatum in – de dag tot wanneer je pas geldig is – zodat de bank in Europa haar verzoek niet inwilligde. Enigszins mopperend liet ze me toen maar gaan. Nu denk je: “was dat alles, zo’n saai verhaal heb ik nog nooit gehoord.” Er is meer: de volgende maand vuurde ze opnieuw vragen af. Waarom lukte het deze keer weer niet, en waarom lag ik eigenlijk zo achter met de huur? Dat laatste was niet eens waar en bovendien was het haar taak om de huur af te schrijven, dus ofwel ze vergiste mij met iemand anders of er was meer aan de hand. Ik ging nog maar eens langs haar kantoor. Toen ik binnenkwam herinnerde ze zich met wie ze eigenlijk had gemaild. Je hoorde haar denken: had ze soms weer een fout gemaakt…? Deze keer bleek ze niet de dag maar de maand van de einddatum verkeerd in te vullen, omdat in de VS de dag na de maand wordt genoteerd, dus het omgekeerde van de datum op mijn kaart. Stom maar waar. Omdat ze me weer voor niks had laten komen en ook vals beschuldigd had stuurde ze me weg met een paar Johns Hopkins accessoires (zie foto), ter verontschuldiging. En zo gingen we bijna vriendschappelijk uit elkaar…

Ander leuk nieuws, en deze keer ook iets goeds voor m’n ego, was dat mijn baas laatst zo tevreden over me was dat hij vroeg of ik de een hoofdstuk voor RAD-AID wilde schrijven, een boek over radiologie dat in opdracht van de NIH (National Institutes of Health) wordt geschreven. Het zou gaan over de toepassing van imaging technieken voor de diagnostiek of follow-up van infectieziekten in ontwikkelingslanden en het moest zo’n 15-20 pagina’s lang worden. Ik heb het natuurlijk meteen geaccepteerd: infectieziekten hebben immers m’n grootste interesse binnen de geneeskunde en zo makkelijk krijg je vrijwel nooit een publicatie. Ik ben benieuwd wanneer het resultaat van dit buitenkansje daadwerkelijk verkrijgbaar is, maar maandag moet ik in ieder geval de eerste opzet van het hoofdstuk al laten beoordelen.

Tot slot kan ik zeggen dat ik onlangs ook eens in het verleden ben gedoken, zowel m’n eigen verleden als de prehistorie. Wat velen namelijk niet weten is dat ik vanaf kinderleeftijd jarenlang de paleontologie in wilde om dinosauriërs op te graven, een passie die in de loop der tijd echter meer en meer afzwakte naarmate mij duidelijker werd gemaakt dat ik dan vast als werkloze zou eindigen. Maar het is nooit helemaal verdwenen, en dus bezocht ik laatst het National Museum of Natural History in Washington. Ik had nog nooit complete skeletten in het echt gezien (zie foto’s), maar verrassend genoeg was er voldoende blijven hangen om de meeste dieren te identificeren. Als ik niet zo’n ‘nerd’ was geweest was dat waarschijnlijk nooit gelukt. Hoe dan ook, m’n bezoek aan het museum beantwoordde mijn verwachtingen, al moet ik zeggen dat – zoals wel vaker – het leuker was geweest als er niet zoveel mensen waren. Dat is een nadeel van gratis musea.

Ik heb vandaag letterlijk niks over tuberculose verteld, maar dat maak ik volgende keer goed. Ik zal dan onder andere uitleggen hoe je 7H11-koolstof platen (zie foto) maakt, de platen waarop je TB-bacteriën kan kweken. Ook zal ik iets vertellen over de slechte ervaringen die onderzoek kan opleveren, naar aanleiding van een bezoek van mijn baas aan een congres in Italië. Tot het zover is zal ik me weer vermaken met de dagelijkse bezigheden binnen het lab.

Jeroen Peper, vierdejaars geneeskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

7H11-koolstof-actieve-kool-plaat

Tyrannosaurus-rex-National-Museum-of-Natural-History  Allosaurus-National-Museum-of-Natural-History